Furniture

De Nederlandse en Europese norm voor bureaus en bureaustoelen

NPR en NEN 527 norm

Ergonomisch werken en gebruik van de juiste hulpmiddelen zijn steeds meer centraal komen te staan. Voor beeldschermwerk zijn de hulpmiddelen als een bureau een bureaustoel het meest belangrijk. Om te zorgen dat bureaus en bureaustoelen voldoen aan de ergonomische richtlijnen, zijn er een aantal normen opgesteld. Vrijwel de belangrijkste normen zijn de Europese NEN EN 527 en de Nederlandse NPR 1813. Deze richtlijnen zijn opgesteld om de veiligheid en ergonomische voordelen te waarborgen.

De Nederlandse NPR-1813 norm

De NPR 1813 geeft aanwijzingen om op verantwoorde wijze (thuis)kantoren in te richten. Daarbij heeft de NPR een aanvullende maatvoering specifiek voor Nederland. Zo richt deze maatvoering zich voornamelijk op Nederlandse kantoorwerktafels en bureaustoelen (ook wel NPR bureaustoelen genoemd). Als de meubels aan deze richtlijn voldoen, dan zouden deze voor ca. 95% van de Nederlandse beroepsbevolking een goede en veilige ondersteuning kunnen bieden. Daarnaast valt de Europese norm onder de NEN EN 1335.

Het verschil met de Europese NEN-EN 527

De norm NEN-EN 527-1 is sinds 2011 opgesteld en geldt voor heel Europa. Deze norm is de opvolger geworden van de Nederlandse norm NEN 2449. Daarnaast overlapt de inhoud van deze norm grotendeels met de Nederlandse norm NEN 2449. Het voornaamste verschil is dat de Europese norm een uitgebreidere beschrijving geeft van maatvoeringen. Daarnaast geeft de Europese EN 527 norm een beter gespecificeerde opdeling van typen werktafels en bureaus. Bovendien zijn de testmethoden van de tafels universeel gemaakt en is een selectie van testen samengesteld uit diverse bestaande Europese normen.

Voor uitgebreide details over alle Arbonormen kun je terecht op de website van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid.

Bureaustoelen en de gestelde richtlijnen

Tijdens de werkzaamheden aan een bureau, zijn er een aantal richtlijnen waar de bureaustoelen aan moeten voldoen. Daarbij is het essentieel dat de hulpmiddelen op de juiste manier op de persoon afgesteld kunnen worden. Bij langdurig werk dient de bureaustoel een bewegingsmechanisme te hebben. Bij flexibele werkplekken gelden de NPR 1813 of NEN EN 1335 regels voor kort of lang gebruik van de bureaustoelen.

Volgens de Europese norm zou een NEN EN 1335 bureaustoel moet aan de volgende verstelbereiken voldoen:

  • De helling van de zitting is -7 graden naar achteren en -2 naar voren.
  • Zithoogte is verstelbaar zijn tussen de 40 en 51 cm. Het minimale versteltraject is 12 cm.
  • Hoogte armlegger is verstelbaar tussen 20 en 25 cm boven de zitting
  • De zitdiepte verstelbaar en bedraagt minimaal 38 cm.
  • De ruimte tussen de armleggers heeft een maatvoering tussen de 46 en 51 cm.

Volgens de Nederlandse norm zou een NPR 1813 bureaustoel moet aan de volgende verstelbereiken voldoen:

  • De helling van de zitting is -7 graden naar achteren en +3 naar voren.
  • Zithoogte is verstelbaar zijn tussen de 38 en 48 cm. Het minimale versteltraject is 10 cm.
  • De zitdiepte verstelbaar en bedraagt minimaal 44 cm.
  • De ruimte tussen de armleggers heeft een maatvoering tussen de 46 en 51 cm.

 

De uitzonderingen voor bureaustoelen op de NPR 1813

Volgens de NPR kan het voorkomen dat bepaalde zitoplossingen niet genormeerd zijn, maar toch onder geschikt zouden kunnen zijn als ergonomische oplossing. Daarbij zou men onder overige juiste voorwaarden alsnog tot een verantwoorde werkplekinrichting kunnen komen.

Zo zijn er meerdere actieve zitoplossingen beschikbaar, die voorzien in een goede ergonomische  zithouding, terwijl deze niet voldoen aan de NPR. Dan zou het voornamelijk gaan om de afmetingen en verstelbereiken die vanuit de norm worden voorgeschreven. Voorbeelden van dergelijke zitoplossingen zijn de Swopper van Aeris en Capisco van HÅG. Ondanks een afwijkende maatvoering en het ontbreken van een reguliere rugleuning zitten deze oplossingen uitstekend. Bovendien worden deze regelmatig aanbevolen door fysiotherapeuten.

De norm en richtlijnen voor het zit-sta bureau

Zowel bij kort als langdurig gebruik van een zit-sta bureau, volstaat de NEN-EN 527 norm. Daarnaast overlapt de inhoud van deze Europese norm NEN-EN 527 grotendeels met de Nederlandse norm NPR 1813. De geadviseerde maatvoeringen voor een Nederlandse werktafel volgens NPR 1813 komen vrijwel volledig overeen met de Europese normering. Alleen het minimumbereik voor statafels en zit-statafels voor een Nederlandse werktafel moet iets groter zijn en de dikte van het tafelblad aan de voorzijde moet iets dunner zijn (maximaal 50 mm i.p.v. 55 mm). Andere belangrijke maatvoeringen voor de zit-sta bureaus zijn de diepte en breedte.

Onderstaand kun je een overzicht vinden van  de ergonomische eisen waaraan bureaus/werktafels aan moeten voldoen.

  • Tafelhoogte zittend werk: in-/verstelbaar van 65 – 85 cm
  • Verstelbereik zit-sta positie: (elektrisch)verstelbaar van 62 – 127 cm
  • Afmetingen tafelblad: minimale diepte 80 cm, breedte 120 cm en bij voorkeur rechte aanzitzijde van minimaal 65 cm
  • Bij verstelbare bladen naast elkaar minimaal 25 mm tussenruimte aanhouden om beknelling van vingers of kabels te voorkomen
  • Dikte tafelblad en blad ondersteuningsconstructie voorzijde blad maximaal 55 mm (50 mm volgens NPR 1813)
  • Vrije voetruimte, tot 60 cm tafeldiepte volledig vrij
  • Reflectie van werkbladen: werkbladen die spiegelen of qua decor/kleur een groot contrast vormen met apparatuur of omgevingskleuren kunnen visuele hinder veroorzaken. Het wordt geadviseerd dat de diffuse reflectiefactor tussen de 0.3 en 0.6 ligt.

 

Ergonomisch advies

Bij het inrichten van de (thuis)werkomgeving is goede voorlichting en advies van belang. Daarbij is het testen van een zit-sta bureau en een professionele zitinstructie aan te raden. Neem gerust contact met ons op voor een afspraak in onze showroom. Verder kun je in onze webshop kantoormeubilair vinden dat voldoet aan diverse normen.